Portugal - Werk en retraite

6 april 2016 - Ferrel, Portugal

Dag 1

Veilig geland. Fiatje mee. 1.20u rijden. Surfershuisjes.... Aan t strand.

De eigenaar is er in een kwartier, terwijl wij rondkijken. Een lange betgelde gang verbind de voor en achterpoort. Voor is de rustige straat. Achter is de klifuitgang... vanwaaruit ik de foto''s nam.

's Avonds zijn we in Perniche wat boodschappen wezen doen en gegedet in DoPedro. Een visrestaurantje aan een getijde-kanaal. Het eten is prima: zeer verse vis. En er zitten veel mensen. De verlichtgin is neon... da's minder :)

In perniche is alles vis. Het ruikt ernaar, er is een vishaven en -afslag, een sardientjes inblikkerij...

In het donker gaan we terug en duiken moe ons bed in.

Dag 2: Obidos en Beleal
Nice place to be

Het is koud aan de kust (wind en 14 graden) en steeds warmer landinwaarts. 
We rijden de route van gisteren en gaan dan noordwaarts. We verkennen Portugal een stadje per keer. Wat een prachtig heuvelachtig landschap trouwens in dit gebied!

Obidos zie je al van ver liggen: een ommuurd stadje op een stijle heuvel.
We parkeren op cobblestones en een stijl weggetje en lopen onder een poorthuis door.

De stad onvouwt zich langs smalle straatjes bekleed met kleine keitjes, stijgend en dalend. Trappen en smalle gangen met in de weg ingeboouwde regengoten gaan allerlei kanten op… en smalle trappen met leuningen leiden naar voordeuren en binnenplaatsen.
Aan de ene kant zie je een woning met drie verdiepingen, en van hetzelfde huis zie je - als je aan de andere kant bent - het dak en de oranje, smalle, halfronde dakpannen.

Eenmaal in de stad lopen we omhoog en bekijken de kerk…
Er is een dienst, dus we gaan snel verder richting kasteel. Vlak voor de ingang kun je een smalle trap omhoog de muur op. Een zijde ervan is steeds volledig open en soms erg hoog boven een eronder liggend huis of pad. Marijke vind het niet echt leuk, er te lopen :) Maar met z'n 2-en gaan we de hele stad rond, kijkend door de kantelen naar het omringende landschap - waaronder een lang en smal aquaduct en een tractor die gif op de druivenknoppen sproeit - en de daken, tuinen, muren en binnenplaatsen in de stad zelf. We lopen meestal 5 tot 10 meter daarboven, tenslotte.

De stad is buitengewoon mooi bewaard gebleven. Steeds komen we langs poortgebouwen en zien we weer nieuwe uitzichtpunten… en tegen de blauwe lucht steekt het kasteel prachtig af. Het is het hoogste punt van de muur, met de tegenoverliggende punt van de muren, dat ook een hoge en stevige verdedigingstoren bevat. 

We lopen zeker een uur. En eindigen vlakbij waar we begonnen bij een trap en rotspad naar beneden.
We vinden er een restaurantje (1e decembro) op een plen, waar ook locals zitten.
Er is heerlijk gegrilde dorade, wijn en water.

In de stad zelf komt Marijke nog een mooi boetiekje tegen met prachtige bloezen. Afdingen lukt niet, maar dan nog is het een goede koop.
Na 5 uur in en om de stad te hebben gelopen is het genoeg en rijden we naar huis.

Wat je in de gids leest?
Het middeleeuwse stadje Óbidos is een van de meest pittoreske en best bewaarde vestigingsstadjes van Portugal. “Óbidos ligt redelijk dicht bij de hoofdstad, boven op een berg vlak bij de Atlantische kust. Het was ooit van strategisch belang voor de verdediging van het grondgebied. En het had toen ook een belangrijke haven, bijvoorbeeld. Het werd al bevolkt voordat de Romeinen het Iberisch Schiereiland innamen en kende een nog grotere bloei vanaf het moment dat het werd uitgekozen door de koninklijke familie. Toen koning D. Dinis het stadje in de 13e eeuw aan zijn vrouw, D. Isabel, schonk werd Óbidos de stad van de koninginnen van Portugal. Zij hebben dynastieën lang het stadje verfraaid en verrijkt. Dit is ook een van de belangrijkste redenen waarom er zoveel kerken in dit kleine stadje zijn te vinden. Er zijn een aantal koninklijke huwelijken gesloten.Binnen de stadsmuren bevindt zich een goed bewaard kasteel tussen een labyrint van smalle straatjes en charmante witte huisjes. Tussen de portieken in Manuelijnse stijl, de met bloemen versierde ramen en de kleine pleintjes, vindt u verschillende bezienswaardigheden, goede voorbeelden van de religieuze en civiele architectuur uit de gouden tijden van het stadje.”

BELEAL
Eenmaal thuis trekken we slippers aan en lopen het huis uit naar het strandje en het schiereilandje Beleal.

De wind stuwt de golven van de Atlantische oceaan hoog op. Golven spatten uiteen op de rotsen. Spectaculaire beelden en een woest geluid.
Opeens een klein baaitje van 10 meter met 6 motorboten voor het vissen. Ze liggen net buiten het bereik van het hoge water en helemaal beschut tussen de landtongen. En stevig aan touw en kabels verankerd. 

Om het eiland heen lopen we over het andere strand terug en zoeken een plekje bij  restaurant 3house.
Een echte surfers-stek met uitzicht op de baai en het water richting het stadje Peniche. Heerlijk zitten, glaasje wijn en glas Ierse cider (Magners)… Beetje lezen en dit verslag typen, rondkijken en bijkomen van de afgelopen periode van werken, familie-zaken, volle weekenden en wat niet al.

Morgen meer. 

Dag 3 Alcobaca

Na te hebben uitgeslapen - jummie - ontbijten met koffie en crackers.

We besluiten op weg te gaan naar Alcobaca, waar het grootste klooster van Portugal moet staan. Net geen uur rijden (langs het stadje van gisteren; Obidos) naar het noorden.

De oude stad ligt in een groene vallei verscholen, met het klooster iets buiten het centrum, aan een groot plein, omzoomd door terrasjes en boetiekjes. Dus eerst een kop koffie terwijl we het comlpex van buiten bekijken. De kerk ligt links van het midden als een hoge gevel van bruine en grijze steen in een lager gebouw met enorme witte vleugels als een gelande zwaan.

De kerk
Binnen moeten twee grote sarcofagen staan van een kroonrprins en zijn maitresse uit de 12e eeuw.De laatse werd door schoonpapa voortijdig door een sluipmoordenaar om zeep geholpen. Ze behoorde tot een familie die zich bemoeide met de castilliaanse oorlogen - pa wilde niet dat de koninklijke familie er mee besmet zou worden.

De kroonprins bouwde vervolgends de kerk en twee graftombes, waarin zij als koningin werd opgebaard. De stenen kroon symboliseert dat zij de koningin van zijn hart was :)

De kerk is stil, licht en hoog.
Sober en kaal rijzen de pilaren hoog op uit off-white gesteente. Geen ornamenten, geen timpanen; strakke vormen en bogen, geometrisch verantwoorde 6- en 8-zijdig symmetrische rozetten, romaanse ramen, rank en puntig naar boven.

De kerk heeft een kruisvorm met een ruime omloop om het koor, met de gebuikelijke kapellen. Deze bouwvorm was nodig om de enorme hooooogte - en dus het naar buiten drukkende gewicht van gewelven en dak - te conpenseren met aanbouwen, hulpbogen en lagere verdiepingen er om heen (die de sterke extra kolommen verbergen die de buitenwaartse druk eeuwen moeten weerstaan.
Dat wat je ziet is rank, licht en prachtig.

In de beide korte armen van de kruisvorm staan de twee sarcofagen. De ene is vrijwel intact, met de semi-koningin er in steen boven uitgestrekt tussen 8 engelen. De lange zijden zijn versierd met driedimensionaal hakwerk met taferelen van kerst en pasen. De hele kist ligt op 6 leeuwen van steen en lijkt te zweven boven de grond.
De kroonprins ligt aan de andere kant. In de dood net zo ver van haar verwijderd als in het leven. Dichtbij en zo onbereikbaar.

Een nieuwe zijkapel bevat een aantal sarcofagen van portugese koningen en koningskinderen. In de dood zijn de eeuwen ineengeschoven tot versteende momenten van wit steen, de namen ingehouwen en af en toe een verheven Christusbeeldtenis op het hoofdeinde.

Het klooster
De bouw ervan duurde 90 jaar en was bestemt voor de cistercencer monikken. Nadat in 1100 het gebied op de moren werd veroverd, gaf de koning van toen het gebied en het gebouw aan deze orde. Zijn kleinzoon maakt het af :)

Het klooster is, net als de kerk, sober van inrichting.
Het beeldhouwwerk is beperkt tot kleine versieringen boven aan de bogen en de vele rozetten in de open ramen van de breviergangen om de binnentuinen.

De eerste ruimte bevat tegelwerk mmet historische taferelen in - wat Marijke noemt - Delfts blauw. Daarboven beelde van koningen van weleer.
De hoge houten deuren naar de eerste omloop gaan open en het licht stroomt door raamgaten omlijst door slanke draaiende pilaren en prachtige rozetten de gangen binnen. Daarbinnen formele engelse tuinen van buxus, met aangeharkte paden.
Twee verdiepingen van omlopen en stenen ramen in zandsteen.

Een trap brengt ons naar de verdieping met de vertrekken van de abt. Nu is het een kale, lege ruimte met pilaren en gewelven als plafond. Er moeten vorger wel vertrekken en ontvangstruimten hebben gezeten. Het geheel is nu zeker zo'n 60 biij 20 meter lege ruimte met drie balkons met uitzicht op een tweede, enorme binnentuin.

Hier zijn, drie verdiepingen hoog, de cellen van de monikken omheen gebouwd langs twee zijden. De derde zijde bevatte werkvertrekken en scriptoria. De abt zelf had vanaf zijn gedeelte een eigen trap naar de kerk. Kon hij snel aanschuiven bij de vele getijden. Nu is er een ruit en kijk je zo de kerk door, van sarcofaag naar sarcofaag.

De refter en de keuken zijn immens.
De keuken heeft een schoorsteen van zeker 30 meter hoog, midden in de ruimte.
Van onderen is alleen dit gat al 10 bij 3 meter. Er omheen staan stenen tafels en langs de muren alerlei stenen badkuipen, half diep.
Een ingenieus systeem van uitstparingen langs en in de muren verschijnt steeds boven de badkuuipen in een stenen hoofd met mondgat. Daar konder houten stoppers in om het water te stoppen of te laten stromen.
In de wasbakken eronder zit eenzelfde afvoersysteem dat water naar een centrale verdiepte zitkuil afvoerde. Prachtig. Alles in steen. Monikkenwerk.

De refter heeft een apart plaform voor de voorlezer.
Peter gebruikt het voor een gezongen Pater Noster. De acoustiek is geweldig en andere bezoekers staan even te luisteren. Een franse moeder geeft een dochter op d'r donder omdat ze te dichtbijkomt :)

De laatste trappen en gangen brengen ons weer buiten.

Voorbij
Wat heeft Portugal een geschiedenis. En wat een sentiment.
Tristan en Isolde in de vroege middeleeuwen.
Bouwkunst en industrieel ontwerp als toetje.

Dag 4 Nazaré

Het stadje ligt aan de kust aan een grote baai. Verse vis ligt hier voor het opvissen en in de grote hallen (de markt).
We komen net binnen als de zaak sluit. Je ruikt de vis en de groente nog. De laatste kramen vol fruit en groente zijn nog zichtbaar en een verlate klant koopt nog een pondje tomaten.

We eten gegrilde Dorade en gebakken aardappel met salade, aarbei en sinasappel toe. In restaurant Halleluia zitten veel mensen tussen de tegeltjes en de stenen eetborden aan de muren. We worden voortreffelijk geholpen door een Angolese man (Portugese kolonie geweest) die z'n talen spreekt en goedlachs in een razend tempo alle mensen van eten voorziet, afruimt en lege tafels opnieuw dekt.
Iedereen eet hier vis, squid, schelpdieren en visstoof. Restjes gaan in doggebags mee naar huis :)

Daarna 'a stroll on the beach' die voortijdig stopt vanwege de blaren van Marijke.
Door de zeer smalle straten gaan we naar de auto terug.

A long and winding road
Langs de kust ligt een smalle weg, die langs allerei oude dorpjes en luxe kusthuizen voert. Geweldig mooi en ongerept duingebied tot het strand waar de golven op uitrollen. Een zee die blauw verdwaalt in de horizon. Vage witte wolken in een zachte lucht.

We komen opeens in een kustplaatsje aan: Sao Martinho Do Porto.
Het ligt aan een vrijwel ronde baai die met een nauwe doorgang met de zee verbonden is. In die flessehals zie je van een kilometer afstand nog de golven hoog opspatten. In de baai zelf slechts golfjes die het zand opglijden, langs een halve circel strandpromenade met muur, kustweg met fietspad en daarachter terassen.
Een relaxte en kalme sfeer, moeders met wandelwagens, oude mannen die praten langs de kademuur en dobberende bootjes in de luwte van een heuvelrug.

Half vijf. Tijd om naar huis te gaan. Nog n uurtje long and winding weg.
Echt unwinden, dit.

Dag 5  Rondrit in de regen
Het regent vandaag. Nat, druilerig, vlagerig, grijs. We pakken de auto richting Caldas da Rainha.

We beginnen meteen al off-road, de kust langs, over een goede zandweg. Er wordt hier van alles verbouwt. Prei, aardappel, graan, diverse soorten kool en broccoli - ook een koolsoort trouwens :). De velden liggen steeds tussen hoog opgeschoten riet, een meter breed. Het lijkt zowel heg als windvang, zowele afbakening als ornament. En er rijden tractoren en het equivalent van de franse boeren-renaults. Hier lijken het fiatjes met de boer - en soms ook zijn vrouw - er in.

De route gaat langs de kust, de dalende en stijende kliffen en opeens langs een immens golfterrein. De club lijkt vrij nieuw. En even later een tweede en dan een derde terrein en club. Er lopen zelfs mensen te golven in de regen, brrr.
En dan is de weg opeens bouwterrein vol omleggingen en infrastructuur voor nieuwbouw. Het blijkt een vierde golfrestort in wording met honderden geplande huizen. Het is een immens gebied.

Als we er eenmaal door en uit zijn zitten we pal op de kust en de Lagoa de Obidos. Een inlandse zee, die vroeger de zeeverbinding en haven was naar de stad Obidos (zie afgelopen donderdag voor info daarover).

We drinken een kop koffie in een leeg restaurant. Niemand die in dit weer naar buiten wil.

Rond Obidos en Lagoa
De weg daalt en stijgt door pijnbossen en akkers met druiventeelt en oude puntig gesnoeide fruitbomen. Opeens verschijnt Obidos in beeld… het is er vast druk: veel auto's en bussen.

Wij stoppen bij een oud gebouw. We zagen het eerder van een asftand, toen leek het een kasteel. Het blijkt een kerk te zijn. We mogen, hoewel het sluitingstijd is, toch nog even kijken. Een octagonale (8-hoekig, vrienden) hoge ruimte met drie zijbeuken / kappellen. De twee apostelen Paulus en Petrus staan links en rechts van het altaar.
De vier evangelisten er twee aan twee naast. En bij de uitgang links en rechts Sint Santiago en Sint Homer. De enalaatste kan ik thuis brengen. Homer niet.

Marijke koopt een kruisje voor me. En met een zwaai en een klik staad de dame op de foto in een sluitende deur en gaan we verder.

Eten
Vlak achter het oude gebouw staan drie restaurants. We vergelijken de prijzen van de eerste twee. De derde blijkt helemaal vol te zitten en dezelfde gerechten zijn er 2 euro goedkoper. Wij vinden toch nog een plekje aan een lange tafel voor zes. Er zit een echtpaar met dochter van zes zonder voortanden - net aan het wisselen of huiselijk geweld. Wat weet een mens ervan? De vader ziet er op zich vreindelijk uit. Maar dat geld voor mij ook. 

Vis. Gegrilde zeebaars, aardappel en broccoli (Marijke) en gefrituurde verse vis met rijst (Peter). Hier zouden ze vanuit Spakenburg voor op nascholing moeten, zo lekker die kibbeling. Een flinke vleug citroen zit door het beslag.
Wijn, drinken, cheesecake en verse aardbei: 22,50 en 2,50 fooi. Heerlijk gegeten.

Wat reuze gezellig. Allemaal gepraat om je heen. Een vrouw van in de veertig die alleen Portugees spreekt en met wie we regelen wat we eten. Ze moet telkens weer in de vitrine kijken of de vis (blubblubvers, kip is kakelvers) nog op voorraad is.
En ondertussen regelt ze koffie, ruimt ze af, vult de toetjesvitrine aan, rekent af en geeft bestellingen door. Met een glimlach. Petje af.

De hele ruimte lijkt trouwens een soort woonkeuken. Houten tafels met papieren tafelkleden, witte tegels op alle wanden tot ongeveer 1.20m hoog als lambrizering en daarboven zo'n randje blauww-witte tegel als afwerking. De rest is wit-gepleisterd en behangen met allerlei, zichtbaar niet al te dure, waterverfjes met landschappen en huizen.

Een oude man zit alleen aan een tafel. Jasje aan. Karafje wijn en een glas in de hand. En vork met vis en aardappel, terwijl hij televisie kijkt: het nieuws over het Panama-schandaal. Het treft ook Portugese politici. Achter ons een stel Portugese vrienden. Aan de andere kant vier fransen met een riesgids van Portugal. Ze bestellen octopus en een liter wijn. Als beide op zijn bestellen ze vis en een liter wijn. En dan nog een flinke toetje. 
Een kleine oude man met een pet drinkt, aan de vitrine staand, glas na glas. Hij loopt even later voorzichtig naar buiten. Wij ook. De regen en de auto in.

Verder… wordt het toch nog zonnig

De rest van de rit is regen en triest. Ons doel, de stad Caldas da Rainha blijkt een leeglopende stad te zijn geworden. Veel afgeplakte winkelpanden en soldes 50%; appartementen staan te koop, opgebroken straten en overal kapotte trottoirs. Vergane glorie.

We gaan verder en de weg loopt maar heen en weer… net als de ruitenwissers. We gaan naar huis.

Eenmaal bij de kust schijnt de zon stralend en is de wind wat gaan liggen.
We trekken kleren aan voor het strand en zitten de rest van de middag op een terrasje aan de baai. Achter een glazen windvang in de volle zon. Bruin worden. Een spelletje, een glas wijn of cider, een boek.
En we sluiten het af met een salade en een omelet. Pas mal!

Dag 6 Convento de Christo
Een rit onder grijze luchten - het zal tot 2 uur blijven regenen - brengt ons in anderhalfuur naar Tomar, ver noordoostelijk van ons huisje.

In de auto leest Marijke al stukjes uit de reisgids voor. "in de 11e eeuw gebouwd door en voor de Orde der Tempeliers", "een schenking van Koning Alfonso voor de support in de strijd tegen die heidense Moren". Bloed, zweet, tranen en een hoop dubloenen, dus.

De Tempeliers bouwen in de loop der eeuwen in totaal vier geschakelde kloosters. Eerst eentje voor de strijdende monniken en ridders als 'chapterhouse'. Tegenwoordig hebben motor-bendes zulke houses, toen de bereden monnikken. Dit deel is kasteel en klooser in een. Kaal, strak, grofgebouwd... Binnenplaatsen en wasbakken alles in zandsteen, zo'n honderd meter boven het stadje - dat overigens ook aan de orde werd geschonken.

Eenmaal binnen sta je meteen in het woongedeelte van de monniken die geen ridder waren, maar het voetvolk, de broeders. Omdat het grauw weer is, lijkt alles somber en donker, ook de binnenplaatsen en omlopen. Later op de dag, wanneer de zon is gaan schijnen, krijgt het gebouw een heel andere uitstraling.

Een paar hoogtepunten zijn de prachtige 16-zijdige - dus vrijwel ronde - kerkzaal, met daarbinnen 8 hoog oprijzende pilaren die het dak heel hoog omhoog houden. De binnenzijde van elke pilaar bevat een grote ridder. En tussen twee stel pilaren hangt een gekruisigde Christus en een Johannes met Maria... Alles is bladgoud en rood. En het hangt vol viermeterhoge doeken met Bijbelse taferelen.

Het 'convent of the crow' en 'the convent of the bread' (bedoeld als klooster voor barmhartigheid) zijn vrijwel vierkante units, gebouwd om grote stenen binnenplaatsen, met breviergangen en omlopen op de eerste en tweede verdieping, met daarachter cellen, gangen en werkruimten. Het armen-klooster heeft ondermeer een enorme pizza-oven, van 5 meter doorsnede, op de begane grond, met een rookkanaal (precies ervoor) dat door alle verdiepingen heen steekt en daarnaast een zij-ruimte waarvandaan de oven werd gevuld met hout. Er is een oratorium voor novicen, studiezalen, etc. We lopen gang in, gang uit en zijn al snel de draad kwijt. Gelukkig staan overal kleine borden met uitleg en een plattegrond met in rood aangeduid waar we zijn :)

De raampartijen zijn later (18e eeuw) uitgebreid en versierd door een steenkunstenaar. Allerlei kabels en zee-taferelen zijn te zien. Naast een aantal mooie beelden. Ook de deuren kregen omlijstingen en beelden. Wenteltrappen verbinden de verschillende verdiepingen binnen elk van de kloosters.
Op de daken zelf kun je ook lopen. Alles is zo afgewerkt dat het dakafschot schuin wegloopt naar goten en deze weer naar waterspuwers en waterputten.
In de 17e eeuw is er ook nog een aquaduct ontworpen voor drinkwater. Het is ruim 5 km lang. Een staaltje ontwerp en bouwkunst!

Tomar: eten 
In Tomar zelf parkeren we de auto langs een gracht en lopen het 'centro' in - het is autovrij. We vinden weer zo'n typisch Portugees restaurant met een echtpaar dat de zaak runt. Zij spreekt Frans en we eten rijst en gebakken Dorade. Vers uit zee. Heerlijk. De beste tot nu toe.

Martinho Do Porto
De weg naar huis gaat via een grote omweg langs de baai van eergisteren: Sao Martinho do Porto. We rijden nu over de top van het duin het stadje in. Grote golven rollen vanaf de oceaan de smalle doorgang naar de binnenzee in en slaan deels stuk op de flankerende rotspartijen. Voor een ander deel glijden ze, steeds hoger en hoger, de baai in. En het is vandaag extra hoog tij... We lopen langs de kade terwijl deze aan het overstromen is. Ergens loopt een kleine tunnel 20 meter onder de berg door naar een strandje aan de oceaankant. Maar nu stroomt het water er door naar binnen, steeds als golven net in de ingang overslaan. Peter staat net voor de ingang als dit gebeurd. Marijke springt op een hekwerk en houdt de voeten droog. Erg leuk.
We maken een heel stel water-foto's terwijl de zon over de golven schijnt.
Op een terrasje een kop koffie en een koekje en dan door naar huis.

Beleal
Eenmaal thuis, met droge schoenen, lopen we over het strandpad naar Beleal om te gaan eten in Taberna de Ginhao.
De golven zijn vandaag weer spectaculair. En ook nu weer dobberen surfers als kurken op de golven. Tot ineens een stel armen gaat bewegen en een lijf zich op het bord zet... Schuin voor de golf op en neer glijdend... tot de golf wit omslaat en de surfer voor even uit beeld verdwijnt.

Heerlijke tonijn. Man, wat lekker. Portugal is een visland, geweldig.
En naast de vis zijn er nogal wat kloosters.

Kan het beter?

Foto’s

1 Reactie

  1. Emmy.:
    6 april 2016
    Mazzelaars!